De speler die is uitgesloten of een wisselspeler mag in het speelveld komen vanuit het terugkomvak het dichtst bij zijn eigen doellijn, na het eerste van de volgende voorvallen:
(a) 20 seconden werkelijk spel zijn verstreken, op welk moment de secretaris de vlag die van toepassing is opsteekt;
(b) er is een doelpunt gescoord; een speler die is uitgesloten of een wissel mag vanaf elke plek in het speelveld komen.
(c) het team van de speler die is uitgesloten komt weer in balbezit tijdens het werkelijke spel, op welk moment de verdedigende scheidsrechter het terugkomteken aangeeft met een handgebaar;
(d) het team van de speler die is uitgesloten krijgt een vrije worp, een doelworp of een strafworp toegekend.
De speler die is uitgesloten of een wisselspeler mag niet:
- (i) springen of afzetten van de zijkant of de wand van het zwembad of van de zijkant van het speelveld;
(ii) de opstelling van het doel beïnvloeden;
(iii) in het speelveld komen voor een speler die is uitgesloten voordat die speler het terugkomvak het dichtst bij zijn eigen doellijn heeft bereikt, behalve tussen de perioden, na een doelpunt of tijdens een time-out.
Deze bepalingen zijn ook van toepassing op het in het speelveld komen van een wisselspeler wanneer de speler die is uitgesloten drie persoonlijke fouten heeft gekregen of anderszins is uitgesloten voor de rest van de wedstrijd in overeenstemming met de spelregels.