14. Neutrale inworpen

14.1 Neutrale inworp

Een neutrale inworp wordt toegekend wanneer: 

(a) aan het begin van een periode een scheidsrechter van mening is dat de bal zodanig terecht is gekomen dat dit duidelijk in het voordeel is van één van de teams; 

(b) één of meer spelers van beide teams op hetzelfde moment een gewone fout maken waardoor het voor de scheidsrechters onmogelijk is om te onderscheiden welke speler als eerste de overtreding maakte; 

(c) beide scheidsrechters op hetzelfde moment fluiten om een gewone fout toe te kennen voor verschillende teams; 

(d) geen van beide teams balbezit heeft en een of meer spelers van de beide teams op hetzelfde moment een uitsluitingsfout maken. De neutrale inworp wordt genomen nadat de spelers die de overtreding maakten, zijn uitgesloten; 

(e) de bal een hindernis boven het water raakt of daarop vast komt te zitten. 

14.2 Neutrale inworp door scheidsrechter

Bij een neutrale inworp gooit een scheidsrechter de bal in het speelveld op ongeveer dezelfde positie als waar het voorval plaatsvond, op een zodanige manier dat de spelers van beide teams een gelijke kans hebben om de bal te bemachtigen. Een neutrale inworp binnen het doelgebied wordt genomen op de 2-meterlijn. 

14.3 Neutrale inworp opnieuw nemen

Als de scheidsrechter bij een neutrale inworp van mening is dat de bal in het voordeel van één team terecht is gekomen, vraagt de scheidsrechter de bal op en neemt de worp over.