Een neutrale inworp wordt toegekend wanneer:
(a) aan het begin van een periode een scheidsrechter van mening is dat de bal zodanig terecht is gekomen dat dit duidelijk in het voordeel is van één van de teams;
(b) één of meer spelers van beide teams op hetzelfde moment een gewone fout maken waardoor het voor de scheidsrechters onmogelijk is om te onderscheiden welke speler als eerste de overtreding maakte;
(c) beide scheidsrechters op hetzelfde moment fluiten om een gewone fout toe te kennen voor verschillende teams;
(d) geen van beide teams balbezit heeft en een of meer spelers van de beide teams op hetzelfde moment een uitsluitingsfout maken. De neutrale inworp wordt genomen nadat de spelers die de overtreding maakten, zijn uitgesloten;
(e) de bal een hindernis boven het water raakt of daarop vast komt te zitten.