02. Team en spelers

2.1 Teamopstelling

Elk team mag uit maximaal dertien spelers bestaan: elf veldspelers en twee keepers. Een team mag de wedstrijd beginnen met maximaal zeven spelers, van wie er één de keeper is, die de keeperscap draagt. Vijf reserves mogen als wisselspeler worden gebruikt en één reservekeeper, die alleen als reservekeeper mag worden ingezet. 

Een team dat met minder dan zeven spelers speelt, is niet verplicht om een keeper te hebben. Als een team naast de reservekeeper geen wisselspelers meer heeft, mag de keeper of de reservekeeper (indien van toepassing), als veldspeler spelen. 

2.2 Spelersbank en staff

Alle spelers die niet aan het spel deelnemen zitten, samen met de coaches en officials, met uitzondering van de hoofdcoach, op de spelersbank. Ze mogen de spelersbank vanaf het begin van de wedstrijd niet verlaten, behalve bij wissels en tijdens de pauzes tussen perioden, of tijdens time-outs. De hoofdcoach van het team dat aanvalt mag op elk moment naar de 6-meterlijn lopen. Teams mogen alleen tijdens de pauze tussen de tweede en de derde periode van speelhelft en bank wisselen. De spelersbanken bevinden zich beide aan de zijde tegenover de jurytafel. 

2.3 Aanvoerders

De aanvoerders zijn spelers van hun team en zijn, samen met de hoofdcoach, verantwoordelijk voor het goede gedrag en de discipline van het team. 

(KNZB: Wanneer de aanvoerder voor de rest van de wedstrijd wordt uitgesloten moet zijn vervanger zich kenbaar maken aan de scheidsrechters.) 

2.4 Zwemkleding

Spelers dragen ondoorzichtige zwemkleding of zwemkleding met aparte onderkleding en voordat ze aan een wedstrijd deelnemen, verwijderen ze alle voorwerpen die letsel kunnen veroorzaken. 

2.5 Substanties op het lichaam

Spelers mogen geen vet, olie of andere substantie op het lichaam hebben dat een voordeel op zou kunnen leveren. Als een scheidsrechter voor aanvang van de wedstrijd constateert dat een dergelijke stof is gebruikt, geeft de scheidsrechter opdracht om deze onmiddellijk te verwijderen. De start van de wedstrijd wordt niet uitgesteld om de substantie te verwijderen. Als de overtreding wordt ontdekt nadat het spel is begonnen, wordt de speler die de overtreding begaat uitgesloten voor de rest van de wedstrijd en mag een wisselspeler onmiddellijk in het speelveld komen vanuit het terugkomvak van het team. 

2.6 Spelers en keepers wisselen

Op elk moment in de wedstrijd mag een speler of keeper worden gewisseld door het speelveld te verlaten via het terugkomvak van het team. De wisselspeler mag in het speelveld komen vanuit het terugkomvak zodra de speler die wisselt zichtbaar in het terugkomvak boven het wateroppervlak is gekomen en de hand van de wisselspeler boven het water heeft aangeraakt. 

Wisselen vanuit het 'vliegende wissel'-gebied is toegestaan wanneer de wisselspeler het gebied in komt van achter het verlengde deel van de doellijn. Beide spelers, de speler die het speelveld verlaat en de wisselspeler, liggen in het water, buiten het speelveld en raken elkaars handen aan boven water. Een wisselspeler moet klaar zijn om een speler zonder vertraging te vervangen. Als de wisselspeler niet klaar is, gaat het spel verder zonder de wisselspeler en mag de wisselspeler op elk moment in het speelveld komen vanuit de aangewezen wisselzones van het team en, indien van toepassing, nadat hij de hand heeft aangeraakt. 

2.7 Keepers wisselen

Als een keeper wordt gewisseld volgens deze spelregel, mag dit alleen gebeuren door de reservekeeper (indien van toepassing). Volgens deze spelregel mag er niet gewisseld worden tussen het moment dat de scheidsrechter een strafworp toekent en het nemen van de strafworp of tijdens een VAR-beoordeling. Wanneer de keeper of reservekeeper (indien van toepassing), niet gerechtigd is of niet in staat is om deel te nemen, moet een team dat met zeven spelers speelt, met een andere keeper spelen. Die keeper moet de keeperscap dragen. Een keeper die is vervangen door een reservekeeper mag niet in een andere positie spelen dan keeper. 

(KNZB: Deze regel geldt voor Eredivisie, Reserve Eredivisie en Eerste Divisie. In de overige divisies/klassen mag de keeper worden gewisseld voor een veldspeler na toestemming van een scheidsrechter.) 

2.8 Vervanging

Tussen het moment dat de scheidsrechter een strafworp toekent en het nemen van de strafworp of tijdens een VAR-beoordeling, mag er geen vervanging plaatsvinden, behalve bij een bloedende wond. 

2.9 In het speelveld komen

Een wisselspeler mag vanaf elke plaats in het speelveld komen: (a) tijdens de pauzes tussen de speelperioden; (b) nadat een doelpunt is gescoord; (c) tijdens een time-out; (d) als vervanger voor een speler die een bloedende wond heeft of geblesseerd is. 

2.10 Het speelveld verlaten

Als een speler op eigen initiatief het speelveld verlaat op een andere plaats dan het terugkomvak of de aangewezen wisselzone, en niet voor een wissel vanuit de aangewezen wisselzone aan de zijkant, wordt deze speler niet gestraft voor het verlaten van het speelveld. Deze speler of een wisselspeler mag alleen met toestemming van de scheidsrechter (opnieuw) vanuit het terugkomvak in het speelveld komen. De speler mag ook weer in het veld komen na een doelpunt, na een time-out of aan het begin van de volgende periode.