Er kan een doelpunt worden gescoord:
(a) bij het begin of elk herbegin van de wedstrijd, nadat ten minste twee spelers (van één van beide teams, maar met uitzondering van de keeper die verdedigt) de bal bewust hebben gespeeld of aangeraakt;
(b) uit een strafworp;
(c) als een speler de bal uit een vrije worp in zijn eigen doel gooit;
(d) uit een direct schot uit een doelworp of hoekworp of uit een direct schot uit een vrije worp toegekend buiten het 6 metergebied;
(e) door een speler die de bal zichtbaar in het spel brengt bij het begin of herbegin van het spel buiten het 6 metergebied
i. na het opzwemmen of het begin van een periode;
ii na een time-out of een doelpunt;
iii na een blessure;
iv na vervanging van een cap;
v nadat de scheidsrechter de bal heeft opgevraagd of een neutrale inworp heeft toegekend;
vi wanneer de bal via de zijkant het speelveld heeft verlaten;
vii wanneer een vrije worp wordt genomen die is toegekend buiten het 6 metergebied;
viii na elke andere vertraging.